Een duitjen

- Woorden van Langbein, uit “Ons Leven” getrokken
- Getoonzet door Karel Mestdagh
Een duitjen en een stuiver
Zijn gansch ’t vermogen mijn!
Het duitjen is voor ‘t ‘Werchter’,
De stuiver is voor wijn.
De baas en zijne deerne,
Zij zuchten ‘wee!’ en ‘ha!’
De baas wanneer ik kome )
De deerne als ‘k henenga. ) bisMijn leerzen zijn in slunsen,
Mijn schoen de zolen los,
En buiten zingt de vogel
Dat ’t hellemt in het bosch.
En kan ik niet gaan wand’len
Ik blijve ’t huis alsdan!
En heeft het vat geen krane )
Zoo drink ik er niet van. ) bis
Opname: volledig lied