En toch, ik kan het niet vergeten

En toch, ik kan het niet vergeten,
Dat ook uw blik, zoo wonderzoet,
Zoo valsch is als de stille vloed
Wiens diepte nimmer oog kan meten.
Dat men uw lach mistrouwen moet,
Die waarheid heb ik lang geweten;
Maar dat uw traan zou logen heeten,
Dat, meisje, had ik nooit vermoed.

Maar thans, weer heb ik 't ondervonden
Dat in den kus der zoetste monden
Zich enkel drift bij arglist paart;
Dat men noch glimlach kan vertrouwen
Noch tranen;
dat uw hert, o vrouwe,
Een raadsel is,
nog nooit, nog nooit verklaard!

Opname: volledig lied.

Beluister op YouTube.

Partituur