Mijn vaderen

“Als herinnering onzer trouwe vriendschap, Karel Heyndrickx aangeboden!”

  1. Hun stem in ’t die stijgt en d’ herten ontroert, )
    Hun woord dat verrukkend de zielen vervoert, ) bis
    Hun “Hou ende Trou” en hun “Blauwvoet op zee”,
    “Wat walsch is, dat valsch is,” en “Vlaand’ren die Leeu!”

Refrein:
Ik heb ze gezocht en ik dacht ze dood
Mijn vad’ren, mijn vad’ren, mijn Vlaamsche (bis)
Ik heb ze gezien en ze zijn zoo groot, )
Mijn vad’ren, mijn vad’ren, mijn Vlaamsche! ) bis

  1. Hun taal uit het hert ongedwongen ontwelt,
    hun lied ons de sagen van Vlaandren vertelt;
    Hun lesse, zoo klaar en zoo diep van bedied,
    het ware in de zielen der Christenen giet.

  2. Hun schare is ’t die de aarde bevrucht met haar bloed
    als Caesar “de kloekste der Gallen” ontmoet,
    die beu van de vreemden, in Groeningeslag
    aan Frankrijk bracht haren Vlaamschen “goêndag”.

  3. Zij trekken naar ’t Oosten om “God die het wilt”
    hun vuist is hun knodse en het kruis is hun schild;
    hun volk is ’t dat stevig, spijt dwang en verraad,
    zoo trouw naast zijn pauzen van Roomen nog staat!

  4. Hun geest blijft in ’t leven zoo lang ’t Vlaamsche kind
    den God en het land zijner vaad’ren bemint
    en moed put op de uren van stormengedruisch
    aan liefde voor Vlaandren en liefde voor ’t kruis!

Opname: strofes 1, 2, 5

Beluister op YouTube.

Partituur