Rookerslied

- Woorden van Julius Vuylsteke
- Muziek van C. Van den Abeele
Wien Neerlandsch bloed in de aadren vloeit,
aan Schelde, Maas of IJ,
wiens hart voor d'eedlen tabak gloeit,
ontsteek' zijn pijp als wij!
En aller rook, en aller lied
stijge op als offerand'
ter eer van 't vaderlijk gebied, )
ons dierbaar Nederland! ) bisNeerland schoon, gij sprongt uiteen,
aan Schelde, Maas en IJ
bleef na de scheiding als voorheen
de tabakhandel vrij.
Goedkoope tabak, Noord en Zuid,
is een onschatb’re band,
die nog de deelen samensluit
van 't oude Nederland.Van wijn en lente en liefde om ’t meest
zingt al wat melk eens zoog,
maar welk genoegen voert den geest,
als 't rooken, naar omhoog?
Geen pijp ontbreek' waar nectar vloeit!
En wat is liefdebrand
bij 't vuur dat in de pijpen gloeit
in 't rookend Nederland?En wat is lente in ons klimaat
van water en van wind?
Wie vindt op 't veld, wie vindt op straat
't heil dat hij binnen vindt?
Wat 's rozengeur, hier steeds zoo flauw,
bij dien der tabaksplant?
Wat is, bij tabaksdamp, de dauw
in 't killig Nederland?Doch, als de Franschman eens het waagt
den klauw aan ons te slaan,
dan zal de rooker, onversaagd,
de eerste aan de grenzen staan.
Want mensch en tabak zijn geboeid
in Frankrijk, tot hun schand!
Régie en dwang wordt steeds verfoeid
in 't vrije Nederland.Dan komt ook 't Noorden af met spoed
en mengt, op 't veld van eer,
met ons den rook van 't Neerlandsch bloed,
van pijp en van geweer.
Driedubble broederlijke rook,
die 't vreemd geweld verbant,
hoe fel het ook den grond bestook'
van 't rookend Nederland!O Nederland! o vaderland!
de rooker, nooit vermoeid,
houdt steeds het heilig vuur in brand
dat in zijn pijpje gloeit.
Maar hij bewaart ook nog in ’t hoofd
en in het ingewand
een heil'ger vlam die roem belooft
aan 't roemrijk Nederland!
Opname: strofes 1-5, 7