Te Groeninghe

  1. 't Is leên vijfhonderd jaren,
    Gent, Kortrijk, Brugge weet,
    en Ieper, hoe wij waren
    in boei en band gekneed.

Refrein:
O Leeuw der gulden spooren,
vervaarlijk is ’t geweld
dat kettert in onze ooren,
te Groeninghe op het veld!
Komt dapper, al die 't hooren,
komt dapper toegesneld!

  1. Hoe niemand om het leven,
    verbitterd, meer en gaf;
    hoe, tenden raad gedreven,
    elk langde naar het graf.
    o Leeuw ...

  2. Geen vrede, geen betrouwen,
    geen liefde, geen verzet,
    bij mannen en bij vrouwen:
    geen veiligheid, geen wet.
    o Leeuw ...

  3. De landbouw ligt vergeten,
    de schure zonder graan;
    de dieren zonder eten,
    geroofd en weggedaan.
    o Leeuw ...

  4. Met beezmen zal men vagen
    de Vlaamsche velden plat;
    en 't vier de deure injagen
    van 's klauwaarts hoeve en stad.
    o Leeuw ...

  5. “Men moet de Vlaamsche zeugen,”
    zoo sprak de koningin,
    “den moordpriem leeren meugen,
    met al hun huisgezin.”
    o Leeuw ...

  6. Geen priester zal 't verzoenen,
    geen kloostermaagd: 't geweld,
    wilt door zijn wreede voeten
    den Vlaming neêrgeveld.
    o Leeuw ...

  7. Wie zou 't nog langer dragen,
    te veel is eens te veel:
    mag elk geen weerstand wagen,
    eer 't mes bijt in de keel?
    o Leeuw ...

  8. Staat op dan, vrije mannen,
    de vuist omhelze 't staal:
    vereend en saamgespannen:
    wordt leeuwen altemaal!
    o Leeuw ...

  9. Staat op en, God gebeden,
    dien 's vijands mond verzaakt:
    staat op, en fel gestreden,
    om God, die met ons waakt.
    o Leeuw ...

  10. Zij vochten en zij wonnen,
    te Groeninghe, op het veld;
    ziet wat wij mannen konnen,
    als 't dood of vrij zijn geldt!
    o Leeuw ...

  11. Zij liepen spooren rapen,
    achthonderd in 't getal ...!
    De vijand is gaan slapen:
    wee, die hem wekken zal!
    o Leeuw ...

Opname: 1, 11, 12

Beluister op YouTube.

Partituur